vrijdag 25 mei 2012

Jet Engine Paradrake.

Ephemera Danica, de enige echte "meivlieg" en de grootste van onze West-Europese eendagsvliegen is een vlieg die door z'n grootte uitnodigt om bij het binden van een imitatie van het beestje realistisch te werk te gaan. Zo ben ik afgelopen winter in de weer gegaan met extended bodies van foam, vleugels van hele CDC-veertjes en staarten van bucktail. Er zijn een aantal geslaagde en ook minder geslaagde  resultaten uit voortgekomen. Maar dat even terzijde. Ik was namelijk nog steeds op zoek naar iets eenvoudigers om een Danica mee te imiteren. Of eigenlijk liever te suggereren. Ik heb mijn vliegen namelijk graag wat aan de impressionistische kant. Het moest een snel en relatief gemakkelijk te binden ding worden dat bij voorkeur ook nog altijd op de juiste manier zou landen, goed zichtbaar zou zijn en zonder al te veel moeite zou blijven drijven. En als het even kon toch iets eigens zou hebben.

En ineens kwispelde daar vanuit m'n kistje met bindspullen die staart van een grijze eekhoorn naar me en was niet veel later de Jet Engine Paradrake geboren. Behalve de eekhoorn bestaat de vlieg verder gewoon uit een grijze antron vleugelpost, een (grizzle) hackleveer en een lijfje van dubbing, geribd met binddraad. Dit hele feest op een langstelig haakmaatje 10. Al zou het ook nog best een slagje forser mogen, mits je een niet al te zware haak gebruikt tenminste.


























Wie opmerkt dat de verhoudingen wat vreemd lijken heeft in principe een punt. Maar in goed impressionistische traditie heeft de lange staart tevens een rol als laatste stukje abdomen van de vlieg. In mijn hoofd althans, of de forellen dat met me eens zijn zal ik hopelijk met een dikke week ondervinden.  Het is wat mij betreft een prima cowboyvlieg geworden die je zonder al teveel pijn in je hart een keer in een overhangende boomtak kunt parkeren. Ik bond er in elk geval in een klap en een scheet een handje vol van.


donderdag 17 mei 2012

Ik ken nog een goeie mop....


























...Twee tientjes in een envelop.

Het lijkt anno 2012 een uitgestorven fenomeen; briefgeld met de post sturen. Ik herinner me hoe ik als kind vroeger vervuld van hebzu...uh, hoop en verwachting de aan mij geadresseerde enveloppen die rondom m'n verjaardag op de deurmat landden openratste in de hoop meer dan alleen een kaart te vinden. Maar met de snelheid waarin de nieuwe ontwikkelingen elkaar heden ten dage opvolgen gaat zelfs oma volledig met haar tijd mee. En stuurt ze voor mijn verjaardag tegenwoordig een ingevulde overschrijvingskaart.

Toen ik vorig jaar voor de eerste keer een vistrip naar Duitsland aan het plannen was en uitzocht hoe het geregeld was met vergunningen bij de Oosterburen, kwam ik na veel geploeg langs onduidelijke Duitse websites (websites van locale hengelsportverenigingen behoren tot de slechtste creaties op het hele internet, een hoger gehalte zeeblauwe Comic Sans in minstens acht verschillende corpsgrootten, overbodige frames en knipperende GIFjes vind je hooguit op websites van particuliere hondenfokkers) bij deze handleiding voor het aanvragen van een Fischereischein, een soort Duitse Vispas dus. Van collega-blog Tight Loops. Het leek me op het eerste gezicht een nog slechtere grap dan die van die twee tieten: Zet je naam en drie kruisjes op een formuliertje en stuur dit samen met een briefje van tien euro naar ons toe. Oh, en of je ook even een foto van jezelf mee wilt sturen, dan hebben we een gezicht bij de domme idioot die hier intrapt. En Gerolsteiner gemeenteambtenaren Helmut en Fritz die zich vervolgens op kosten van wagonladingen goedgelovige Nederlandse vissers ieder weekend een gat in de kraag zuipen aan halve pretliters Bitburg in de locale Kneipe. Toen ik me realiseerde dat dat inderdaad het ergste was wat er zou kunnen gebeuren met m'n tientje en ik Helmut en Fritz een dergelijk gelag eigenlijk best gunde als het er op aan zou komen, besloot ik het er maar gewoon op te wagen. De hele procedure -hoe ambtelijk dan ook- riekte bovendien enigszins naar een tijdloze wereld van kwajongensstreken. Dus jij wilt lid worden van ons geheime genootschap? Vul deze vragenlijst in en stuur hem met een foto van jezelf en een tientje naar ons toe. Je ontgroening zal kort hierop plaatsvinden aan de rivier. U hoort nog van ons. 
Ik voelde 'm wel.


Een paar dagen later kreeg ik post uit Duitsland. Twee blauwe Duitse staatsvergunningen en twee euromunten in een envelop. Natuurlijk ging het goed. Geen seconde aan getwijfeld.



De twee tientjes op de eerste foto zijn overigens bedoeld om bovenstaand exemplaar -en die van Arthur- te verlengen voor een aanstaande trip naar de Lenne in Sauerland. Een beetje de aanleiding van dit hele verhaal.

Vergunningen regelen voor een vistripje in het buitenland. Hoewel papierwerk ongeveer het laatste is wat ik aan m'n hoofd wil hebben als ik ga vissen en moeten betalen om te mogen vissen me op een primaire manier tegen de borst stuit, vind ik het stiekem altijd weer een klein avontuur op zich. Via teh int0rwebz kun je een hoop van tevoren uitzoeken, maar er is niets dat je voorbereidt op het moment dat je het betreffende hotel, gemeentehuis, postkantoor, de camping, (hengel)sportzaak of zelfs kroeg binnenloopt en de morsige snorremans achter bar of balie na een periode van glazig staren uiteindelijk begrijpend knikt en naar z'n kantoortje (of bezemhok) achter in de zaak loopt. Om een kwartier later terug te komen met een stoffige map vol groezelige formuliertjes die hij zelf eerst ook nog even door moet lezen om te zien wat nou ook alweer de bedoeling was. Gaat dit allemaal te soepel, wees dan gewaarschuwd. Maar is de vergunning met nummer 67 die je krijgt verkleurd, muf en bepoteld, dan is de kans groot dat het de 67ste vergunning ooit is die er op dat traject is uitgeschreven. In plaats van de 67ste dat seizoen. Het behoeft hopelijk geen uitleg waarom de eerste optie gaver is. Met een beetje mazzel kan de persoon die je vergunning uitschrijft je ook nog wat zinvols vertellen over de locale visserij. Al is het maar informatie over waar je het beste bij de rivier kunt komen.

Ter afsluiting nog wat praktische informatie die ik middels m'n bescheiden ervaringen in het nabije buitenland heb opgedaan. De Duitse staatsvergunning regel je dus via het gemeentehuis. Dat kan ter plaatse, maar dus ook vooraf met de post. Als je in de Belgische Ardennen aan de bak wil heb je allereerst een overkoepelende vergunning van het Waals gewest nodig. Deze kun je bij de locale postkantoren halen, maar ook online via de website van het Maison Wallone de la Pêche. Via deze website kun je ook informatie vinden over de rechthebbenden op het water ter plaatse, en in veel gevallen ook locale vergunningen al online aanvragen. In Luxemburg is er ook een overkoepelende vergunning vereist, maar deze wordt ter plaatse met de locale vergunningen uitgeschreven. Deze hoef je dus niet al in je bezit te hebben voordat je een locale vergunning kunt regelen. Voor Franse (locale) vergunningen kun je in de regel ter plekke terecht bij de Tabacs, die kruisingen van krantenkiosk, tabakszaak en kroeg waarvan elk gehucht er wel een paar heeft. Online je overkoepelende Carte de Pêche voor Frankrijk aanvragen kan echter ook. Ga hiervoor naar deze website. Via de Fedération Nationale Pêche is ook de nodige informatie te achterhalen. Jammer genoeg kun je de Franse vergunning gewoon aanvragen via een webformulier en betalen met je creditcard. Zelfs de benodigde pasfoto kun je digitaal toevoegen. Wel zo gemakkelijk. Maar beduidend minder charmant dan twee tientjes in een envelop.